Opdracht 1: Tijdrit
De kandidaten komen aan op Rincon beach, volgens Rop terecht opgemerkt als een van de mooiste stranden van het eiland. Er liep een pad langs het strand, ergens langs dat pad zag je een twee-splitsing, links of rechts, vlak langs het strand of iets verder er vanaf. Langs het pad zag je allemaal palmbomen staan. Op het pad stonden ook zeven fietsen klaar, daarnaast Art eveneens een strak gestreken blouse aan had. Art legt uit: "Goedemorgen, we gaan een lastige quiz spelen vanochtend. Als jullie het handig spelen kunnen jullie de antwoorden bij elkaar fietsen. Aan dit pad zien jullie allemaal palmbomen en aan sommige hangt het juiste antwoord op een vraag die ik ga stellen. Ik ga zo dadelijk naar de andere kant van de baai en over tien minuten precies stel ik daar de eerste vraag. Het is vrij essentieel dus dat een van jullie op dat moment tegenover me staat om het juiste antwoord te geven. Dat krijg je door van je teamgenoten, als het goed is. Vanaf dat moment stel ik elke minuut een nieuwe vraag. De rest mag pas vijf minuten na de eerste fietser vertrekken."
De groep had een goede techniek bedacht, één sprinter en 6 mensen die de vragen zouden beantwoorden. De sprinter gaat dus als eerste, bedacht is dat dit Taeke zou zijn, en verkent het parcours, hoe groot is het? waar hangen de kaartjes? hoe zien de kaartjes eruit? Zijn de cijfers duidelijk zichtbaar? Daarna zouden de kandidaten in een soort slinger fietsen, en de laatste zou bij opdracht één blijven enzovoort. Als de vraag op antwoord één gegeven was had die persoon vervolgens vijf minuten de tijd om te zoeken naar kaart zeven en daar het antwoord op te geven. Zo konden alle vragen makkelijk beantwoord worden.
Taeke begint, hij neemt het pad dat van de zee af ligt. Hij vertelt dat het fietsen soms best pittig is omdat op sommige stukken het zand muller is dan op andere plekken. 02:51 minuten onderweg en we horen Annemieke zeggen: "Taeke zou toch zeggen als hij wat zag? Hij heeft nog niks gezien dus?" waarop de groep de conclusie trekt dat de enveloppen pas later op het parcours gevonden konden worden. Vervolgens hoor je Taeke inderdaad uitleggen dat hij het door zou geven als hij een nummer zou zien en welk nummer dat dit was. Het eerste nummer dat hij echter doorgeeft is nummer 8, daarna legt hij uit dat hij bijna meteen onderuit ging en dus besloten heeft de groep verder niet te helpen maar zo snel mogelijk bij Art wou aankomen. Hij heeft niet gezegd welk nummer hij zag, hij heeft gezegd dat het een dichte envelop is, dat hij het nummer niet goed kon zien en dat de enveloppen wel goed zichtbaar zijn.
De vijf minuten waren om en de kandidaten zijn als een malle gaan fietsen. Dit was achteraf misschien niet zo slim, want net als Taeke hadden de kandidaten meer oog om niet te vallen en dus op het pad dan op de bomen rond hen en de enveloppen die er aan konden hangen, daarnaast dachten ze dat ze ook een flink eind moesten fietsen voordat ze een envelop tegen zouden komen. Ondertussen weten we wat de top drie angsten van Cécile is en dat een daarvan is op een fiets snel rijden door zand of door kiezels. Cécile gaat dus op oma-tempo achter de rest aan maar heeft meer oog voor de weg en dat ze niet valt dan voor haar omgeving, dit geeft ze ook eerlijk toe. Marjolein verliest haar porto onderweg en met 05:28 op de klok komt Taeke wel heel vroeg bij Art aan, had hij toch wat beter op zijn omgeving kunnen letten. Ook op het moment dat hij wel bij Art staat geeft hij weinig informatie, het zou bijvoorbeeld handig zijn om te weten hoe lang het pad ongeveer is, hoeveel tijd zat er tussen het doorgeven van de eerste envelop en ben je er nog meer tegen gekomen? Dit zijn allemaal vragen die onbeantwoord blijven. Cécile vindt ondertussen de porto van Marjolein.
Wat opvalt is dat iedereen in deze groep een beetje laconiek is, ten eerste vertrouwen ze allemaal op Taeke en dat hij alle enveloppen heeft gezien en de eerste envelop dus later op het parcours ligt. Ten tweede laten ze Tim voorop rijden en horen we Rop zeggen: "Ja ik fietste een beetje achter Tim en Annemieke aan en ik dacht ik hoor het wel als de eerste envelop gevonden is", zelf gaan ze dus niet op zoek naar enveloppen. De eerste envelop die Tim ziet is envelop 7. En in plaats van dat de kandidaten op zoek gaan naar de eerste 6 enveloppen, of dan op zijn minst envelop 5 of 4 om mee te beginnen, willen ze Cécile bij envelop 7 laten beginnen, niemand geeft dit echter door aan Cécile en Cécile is nog steeds bezig om te fietsen zonder te vallen.
Vraag 1 aan Taeke: Wat is de lokale lekkernij van de Dominicaanse Republiek? Niemand wist dit natuurlijk. Dit gelde ook voor envelop 2 t/m 4. Cécile komt ondertussen aan bij Klaas welke bij envelop 9 staat, omdat ze niet wist dat ze bij envelop 7 moest staan en überhaupt niet wist waar envelop 7 stond. Over de porto gaf ze aan dat ze bij Klaas stond bij envelop 9 en door ging fietsen, Klaas besluit terug te fietsen naar envelop 8. Bij vraag 5 heeft Marjolein haar porto terug en geeft aan dat ze bij "vraag 5" staat, dit blijkt echter boom 5 te zijn maar als ze dat door heeft is de tijd voor die vraag al weer over. Klaas fietst terug naar nummer 8, komt daar voorbij met Rop maar ziet hem niet en rijd verder, Rop fiets blind achter hem aan en let ook niet op zijn omgeving. Annemieke ziet wel dat nummer 8 op de boom hangt en zegt tegen Tim dat hij naar nummer 9 moet gaan, ondertussen fiets ook zij weg van nummer 8. Tim is degene die besluit bij nummer 8 te blijven. Er wordt dus niet nagedacht door de kandidaten, met Art die vraag 6 stelt, besluiten drie kandidaten weg te fietsen van nummer 8 naar nummer 7 en eventueel nummer 6. Op het moment dat Art vraag 7 stelt staat Klaas daar dan, samen met Rop en Annemieke om het juiste antwoord te geven op de vraag: Wie werd door de Dominicanen jarenlang beschouwd als de Robin Hood van de Caraiben? Het antwoord was Roberto Cofresi. Vraag nummer 8: Wat bedoelen de Dominicanen als ze tegen je zeggen 'platano'? Met daarop het juiste antwoord dat het lijkt alsof je een Dominicaan bent. Dan heeft Tim één minuut om door te fietsen naar vraag 9, ondertussen besluiten Marjolein en Cécile om door te fietsen in plaats van terug.
Vraag 9 wordt gesteld: welk strand wordt, naast Playa Rincon, aangewezen als het strand waar Columbus als eerste voet aan wal zette op Hispaniola? Playa Las Flechas is het antwoord dat Tim met moeite door de porto krijgt. Ondertussen vinden Rop, Annemieke en Klaas het het verstandigst om steeds terug te fietsen in plaats van vooruit, alsof de vragen niet op chronologische volgorde liggen. Rop heeft wel envelop vijf nog gevonden, helaas net een dikke vijf tot zeven minuten te laat.
Drie van de twaalf antwoorden zijn gegeven, alle drie binnen de tijd en alle drie goed. Per goede vraag kregen ze €200,- voor de pot. Met deze opdracht is dus €600,- verdiend.
Positie van de mol
Wat zou de strategie van de mol zijn bij deze opdracht? Welke plek zou hij/zij in nemen? Wie maakt zich bij deze opdracht verdacht? Als mol weet je van tevoren welke opdracht je te wachten staat en kan je dus een strategie bedenken om de opdracht te laten mislukken.
Bij deze opdracht heeft de mol denk ik twee opties:
* De mol gaat als eerste, hij/zij neemt de tijd voor zichzelf en kan kloten over de portofoon of antwoorden verkeerd doorgeven aan Art.
* De mol gaat met de groep mee, hij/zij kan nu enveloppen niet zien, of ook via de portofoon verkeerde antwoorden doorgeven of met de portofoon kloten zodat de antwoorden niet door komen.
Opvallend bij deze opdracht was Taeke, hij was als eerste bij Art, kon enveloppen weghalen eventueel of foutieve antwoorden doorgeven of "niet verstaan" over de porto. We zien dat Taeke niet doorgeeft wanneer hij enveloppen ziet, dit is natuurlijk verwarrend voor de groep die daar wel op rekent. Taeke geeft niet veel informatie door over het parcours. Daarnaast hebben we één keer gezien dat Taeke niet goed door kreeg welk antwoord Tim over de portofoon gaf, Taeke was echter niet de enige die hier moeite mee had, ook Marjolein gaf aan dat een stuk van Tim zijn tekst wegviel over de Porto. De vraag was echter wel net binnen de tijd en goed beantwoord.
Ook opvallend was Annemieke, zij zaaide paniek en herinnerde de groep eraan dat het waarschijnlijk ver doorfietsen is voordat er een envelop gevonden zou worden. Ook vertrouwde de hele groep, inclusief Annemieke, op Tim om de eerste envelop aan te geven, helaas was de eerste envelop pas nummer 7. Daarnaast vond ik het opvallend dat Annemieke nummer 8 wel opmerkte, als een van de enigste, en vervolgens er toch van wegfietste. Op dat moment was duidelijk dat de nummers 7, 8, en 9, op volgorde lagen. En Annemieke komt niet over als een domme vrouw dus ik had verwacht dat ze kon bedenken dat ze op oplopende volgorde lagen. Dan is het niet slim om OOK weg te fietsen bij 8 als Art al bij vraag 6 is en zowel Rop als Klaas al onderweg zijn naar de nummers 6 en 7. En dan vervolgens nog verder naar achter fietsen om nog naar nummers te zoeken. Verdacht.